Tijdelijke overbrenging van een personenauto naar een andere lidstaat (situaties 3 tot en met 7 van deel 2.1)
Zoals vermeld in deel 3.2.2. kan het voor lidstaten een uitdaging zijn om hun belastingwetgeving voor auto´s in overeenstemming te brengen met de in de jurisprudentie van het Hof neergelegde beginselen. Het werkdocument, dat de Commissie regelmatig zal actualiseren, is als richtsnoer bedoeld voor de lidstaten. De besprekingen met de lidstaten in een technische werkgroep kunnen bovendien nuttig zijn om uit te maken hoe in bepaalde situaties het best te werk kan worden gegaan.
Nu al staan sommige lidstaten toe dat voertuigen die in een andere lidstaat zijn geregistreerd, voor relatief korte duur (maximaal twee weken, een maand) voornamelijk door hun eigen burgers worden gebruikt zonder dat zij verplicht zijn registratie- en motorrijtuigenbelasting te betalen, mits aan bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld een administratieve kennisgeving, is voldaan. Maar zelfs dit lijkt vrij star in een tijd van toenemende internationale mobiliteit en uiteenlopende mobiliteitspatronen. Gezien de recente jurisprudentie van het Hof inzake geleende auto´s[20] zouden de lidstaten moeten overwegen een burger gedurende een bepaalde periode voertuigen te laten gebruiken die in een andere lidstaat staan geregistreerd zonder dat hij verplicht is een registratiebelasting te betalen, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan om ontduiking of misbruik te voorkomen.